Wat weinig mensen weten, is dat ik een bescheiden hiphop-historie heb. Rap van tong jaagde ik een droom na om de volgende Extince te worden. Het mocht niet zo zijn, maar toch leverde mijn rap-tijdperk enkele tijdloze tracks op. Ik was al vroeg op het podium te vinden. Na talloze playbackshows als kind, brak ik in 1986 lokaal door als Rappie Rap. Onder dit lachwekkende pseudoniem won ik op negenjarige leeftijd een hiphop-wedstrijd in het Gelderse stadje Zevenaar.

Flash forward naar 2000: toen belandde ik als ‘Repelsteel’ prompt in de regiofinale van de Grote Prijs van Nederland (R&B/Hiphop). Begeleidingsband De Aanloopstrook speelde de muziek live mee. Vooral het nummer Tweewieler wist het publiek te bekoren, maar het bleek niet genoeg voor een plek in de grote finale in Amsterdam. Kort na deze teleurstelling viel de band uiteen.

>> Lees ook het achtergrondverhaal: Mijn rapbattle met Opgezolle.

Rond 2002 maakte ik samen met beatcreator De Daanster (DaniĆ«l Koelink) nog een aantal hiphopnummers. Onder de naam Doper dan Johannes brachten zij in kleine kring een demo uit, waarvan de nummers ‘Wacksodus’ en ‘Darling Harbour Sydney’ de meeste indruk maakten. Een gevleugelde uitspraak van Repelsteel: ‘Ik onderscheid me van de rest en ik schijt de rest onder.’ Hiphopproducer en designer TwysB (Thijs Balder) tekende voor de muziek op de koddige rijm ‘Lik op stuk’.

De voorliefde voor hiphop heb ik nooit helemaal kunnen loslaten. Dat is niet alleen te horen in mijn latere werk met Kingtonic, maar ook in het project Schrik en mijn video-cv’s uit 2016 en 2019. Beluister hieronder verschillende verzen van ‘de Repel’: de vetste demotracks en een akoestische Vondelpark-versie van Tweewieler.

Naar het overzicht: muziek